Adegem

Een landelijke nederzetting door de eeuwen heen

In Adegem diende een vooronderzoek te gebeuren binnen een strakke planning en met respect voor specifieke richtlijnen voor natuurbehoud. Uiteindelijk bleek tijdens het vooronderzoek dat waardevolle archeologie aanwezig was. Ook de opgraving kon uitgevoerd worden zonder te wegen op planning en randvoorwaarden.

Op basis van de kenmerken van de gevonden structuren konden minstens drie periodes worden onderscheiden. Een eerste periode dateerde in de middenbronstijd. Uit deze periode zijn een 29-tal paalkuilen aangetroffen, die kunnen toegewezen worden aan één structuur. De gebouwplattegrond sluit aan bij de bouwtraditie uit de vroege/middenbronstijd in de Lage Landen. In de typologie van de middenbronstijdhuizen van Arnoldussen valt het gebouw binnen type A1. De woonstalhuizen uit deze periode kenmerken zich als langgerekte drieschepige constructies voorzien van één of twee afgeronde zijden en een schilddakconstructie.

Een tweede occupatiefase wordt gedateerd in de Romeinse tijd. Uit deze periode werd bijgebouw van het type ‘eenschepige gebouwen met kruisvormige verspreide krachtenverdeling’ (De Clercq Type II) aangetroffen. Deze gebouwen komen voor in een periode tussen de Flavische tijd en de 2e eeuw. De plattegrond is quasi volledig bewaard. Veelal zijn enkel de diepere nokstaanders bewaard gebleven, maar in dit exemplaar zijn ook de minder diepe wandpalen zichtbaar.

Ten slotte werd in het noorden van het plangebied ook een structuur teruggevonden die tot nu toe niet aan een bepaalde periode kan worden toegewezen. De structuur lijkt te bestaan uit vier centrale paalkuilen met aan weerszijden een rij van wandpalen. Op basis van de aangetroffen paalkuilen is het gebouw tot het type IA toegewezen, wat een datering geeft in de 1e eeuw n. Chr.

Door de beperkte opgravingsoppervlakte en het beperkt vondstenmateriaal is het moeilijk om de vindplaatsen scherp af te bakenen in tijd, ruimte en functie. Er kan gesteld worden dat het gaat om twee fasen van landelijke nederzetting, waarbij het erf minstens bestond uit een hoofdgebouw (bronstijd) of een bijgebouw (Romeinse tijd). Binnen het terrein werden geen andere onderdelen van een erf zoals een afbakening of waterput aangetroffen.

De gebouwplattegrond sluit aan bij de bouwtraditie uit de vroege/middenbronstijd in de Lage Landen.