In een periode van maart tot mei 2015 heeft BAAC Vlaanderen bvba enkele terreinen langs de Bibliotheekstraat archeologisch onderzocht. Op de locatie van de voormalige Kookwinkel Maurice Rogge plande projectontwikkelaar Urban Link Group namelijk de bouw van appartementen met ondergrondse parkeergarage.

Onder de recente, 20e eeuwse bouwsporen werden verschillende muur- en vloerresten aangetroffen die worden gedateerd vanaf de 16de eeuw. Oudere structurele bouwsporen werden niet gevonden. Uitzondering is echter een fragmentarisch bewaard vloertje waarboven en rond een specifieke concentratie aan aardewerkfragmenten werd aangetroffen. Verschillende van deze scherven bleken misbaksels te zijn en/of van vaatwerk dat nooit gebruikt werd. Een interpretatie als pottenbakkersoven was hier niet veraf. Een voorlopige datering gaat naar de 14de eeuw. Ook rondom het vloertje werd een klein aantal sporen van verbrande grond aangesneden.

Het terrein was vermoedelijk tot in de 14de eeuw een drassig en moeilijk betreedbaar terrein. Dit kon worden vastgesteld in de gedocumenteerde bodemprofielen. Deze vertoonden tot 2m diepte slechts enkele dikke ophogingspakketten zonder veel stratigrafie. Op een dieper niveau werden diverse kleiige rivierafzettingen, afgewisseld met antropogeen opgebrachte lagen gedocumenteerd, die telkens schuin boven elkaar waren afgezet. Een interpretatie als oude oever van de in de 18de-19de eeuw gekanaliseerde gracht is hier meer dan waarschijnlijk. Uit bronnenonderzoek en cartografisch onderzoek vooraf aan de start van het onderzoek was reeds gebleken dat tot eind 19de eeuw een stadsgracht het terrein in het noorden doorkruiste. Al vlug werd hiervan ook de kademuur aangetroffen.

De grootste verrassing was echter het blootleggen van 13 grote houten leerlooierskuipen, die in de 18de-19de eeuw worden gesitueerd. Er was vooraf niets gekend over deze ambacht in dit deel van de stad. In de houten kuipen werd telkens een dik pakket gemalen eikenschors (run) aangetroffen. De dierenhuiden werden in een mengsel van deze run en urine gelegd om ze te looien.

Net naast de houten exemplaren werden twee ronde bakstenen putten opgegraven. Deze zijn tevens binnen het leerlooiersambacht te plaatsen. De putten werden gevuld met kalk en water om de ondergedompelde huiden te ontdoen van de laatste vleesresten en haar. Daarna gingen ze naar een bad met run.

De opgraving aan de Bibliotheekstraat heeft weer een klein stukje Gentse stadsgeschiedenis kunnen ontrafelen.

Wil je graag het volledige rapport raadplegen? Dat kan via deze link:
https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/ROEV/872/ROEV0872-001.pdf